Englisch-Holländisch Übersetzung für spouse

  • echtgenoot
    De medewerkende echtgenoot verdient meer dan enkel de erkenning van haar echtgenoot en gezin. The assisting spouse deserves more than just recognition from her husband and family. Eén op de vijf vrouwen wordt door haar echtgenoot of partner geslagen. One in five women suffers violence at the hands of their spouse or partner. Zo beoordeelt deze echtgenoot de juridische bevoegdheid van het betrokken rechtsstelsel. In so doing, this spouse is prejudging the competence of the legal system concerned.
  • eega
  • gade
  • gemalin
  • huwelijkspartnerWanneer dat niet het geval is, is het een feit dat een van de huwelijkspartners ondanks zijn of haar officiële nationaliteit niet geïntegreerd is en het nog lang niet zal zijn. When they are not, the fact is that, despite his or her nationality on paper, one of the spouses is not integrated and is not about to be, either. Zoals mevrouw Gebhardt heeft gezegd, is Rome III echt bedoeld om bij het sluiten van huwelijkscontracten de zwakste huwelijkspartners te beschermen. As Mrs Gebhardt said, Rome III really has at its heart the intention of protecting the weaker spouse at the point when marriage contracts are being concluded.
  • levensgezel
  • wederhelft

Definition für spouse

  • A person in a marriage or marital relationship
  • To wed; to espouse

Anwendungsbeispiele

  • People should treat their spouses with respect.

Häufigste Anfragen

Beliebte Wörterbücher

Übersetzung.cc

Übersetzung.cc ist ein kostenloses Online Wörterbuch. Mehr als 14 Millionen Übersetzungen.

AGB   Cookie   Kontakt

In EnglishEn españolPå svenskaSuomeksiEestikeelne

Mindmax
Quelle: Wiktionary.
Lizenz: Creative Commons Attribution-ShareAlike.
© 2004-2024 Übersetzung.cc